Veelgestelde vragen

Heb je een vraag over (jouw route naar) het onderwijs in de regio Nijmegen? Bekijk dan de veelgestelde vragen. Staat jouw vraag er niet tussen? Neem dan contact met ons op. We staan je graag te woord.

Algemeen
Is werken in het onderwijs iets voor mij?

Leuk dat je erover denkt om leraar te worden! Om erachter te komen of dit beroep bij jou past, kun je de zelftest doen. Of ga naar onderwijsloket.com. Daar vind je veel informatie over het onderwijs en krijg je persoonlijk advies van experts. Je kunt ook de verhalen uit de klas op deze site lezen of een kijkje nemen op leraarinnijmegen.nl.

Ga ook bij jezelf na wat jouw voorkeuren zijn. Aan welke leerkracht of docent heb je fijne herinneringen en waarom? Bedenk ook aan welke doelgroep jij graag zou willen lesgeven. Kleine kinderen, pubers of volwassenen? En wil je een brede basiskennis overdragen, of liever specifieke kennis over een vak? Zo ontdek je welke vorm van onderwijs jou het meest aanspreekt.

Welke scholen zijn er in het basisonderwijs?

Je kunt de scholen in het basisonderwijs indelen op basis van hun grondslag of hun visie. Als je ze indeelt op basis van grondslag, zijn er twee typen onderwijs:

  • Openbaar onderwijs: het onderwijs is niet gebaseerd op een levensovertuiging.
    Bijzonder onderwijs: het onderwijs gaat uit van een godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging. Denk aan protestantse, katholieke, islamitische, joodse of vrije scholen.

Op basis van visie kun je dit onderscheid maken:

  • Traditioneel onderwijs
    Algemeen bijzonder onderwijs, zoals Jenaplan, Dalton, Vrije school of Montessori.

Deze indelingen bestaan naast elkaar. Er bestaan dus bijvoorbeeld openbare of katholieke Daltonscholen. Ook is het mogelijk dat scholen zich richten op bepaalde groepen kinderen. Denk aan het speciaal, internationaal of tweetalig onderwijs. Meer weten over schooltypen in het basisonderwijs? Kijk dan op de website van de Rijksoverheid.

Welke schooltypen zijn er in het voortgezet onderwijs?

Ook het voortgezet onderwijs bestaat uit verschillende schooltypen:

  • Praktijkonderwijs: 4 jaar
  • Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo): 4 jaar
  • Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo): 5 jaar
  • Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo): 6 jaar

Op sommige scholen worden alle typen aangeboden. Op andere scholen maar één of enkele.

In het voortgezet onderwijs vind je bovendien openbare en bijzondere scholen (zoals katholieke of joodse scholen) en scholen die hun onderwijs inrichten vanuit een bepaalde visie, zoals daltononderwijs. Tot slot zijn er scholen die zich richten op bepaalde groepen kinderen. Denk aan speciaal of tweetalig onderwijs. Meer over de schooltypen in het voortgezet onderwijs lees je op de site van de Rijksoverheid.

Wat is het speciaal onderwijs en welke typen zijn er?

Het speciaal onderwijs is bedoeld voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben die een reguliere basis- of middelbare school niet kan bieden. Bijvoorbeeld omdat ze fysiek of verstandelijk beperkt zijn of psychische- of gedragsproblemen hebben. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd is er speciaal onderwijs (so) en speciaal basisonderwijs (sbo). Tot slot is er voortgezet speciaal onderwijs (vso) voor kinderen van de middelbare schoolleeftijd.

Het speciaal onderwijs kent vier soorten onderwijs:

  • onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen met een visuele handicap;
  • onderwijs aan dove of slechthorende kinderen, kinderen met ernstige communicatiemoeilijkheden of meervoudig gehandicapte kinderen die een van deze handicaps hebben;
  • onderwijs aan lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of kinderen met een meervoudige beperking;
  • onderwijs aan kinderen met gedrags- en/of psychiatrische problemen, zoals ADHD, PDD-NOS, ODD, CD (antisociale gedragsstoornis), klassiek autisme, Gilles de la Tourette of hechtingsproblematiek.

Speciaal basisonderwijs (sbo) is bedoeld voor kinderen die zich op het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen, maar die lichtere problematiek hebben dan kinderen op het so. Op het sbo zijn de klassen kleiner en klaslokalen rustiger, waardoor kinderen minder geprikkeld worden. Ook krijgen leerlingen op het sbo extra ondersteuning. Het speciaal basisonderwijs valt onder regulier onderwijs.

Kan ik al tijdens mijn hbo- of wo-opleiding voor de klas staan?

Als je de Pabo of een lerarenopleiding volgt, zijn stages structureel onderdeel van je opleiding. Tijdens zo’n stage ervaar je hoe het is om voor de klas te staan. Tijdens de Pabo kun je soms ook al betaald voor de klas staan als onderwijsassistent.

Studeer je aan de universiteit? En volg je een bachelor in (de richting van) een schoolvak? Dan kun je vaak een educatieve minor doen. Deze minor duurt 6 maanden en geeft je na afloop direct een beperkte tweedegraads bevoegdheid. Dat betekent dat je voor de klas mag staan in het vmbo-t en de eerste 3 klassen van de havo en het vwo.

Check wel eerst in de verwantschapstabel van de overheid of de inhoud van jouw bachelor aansluit op het vak waarin je wilt lesgeven.

Onderwijsbevoegdheid
Kan ik ook lesgeven zonder lesbevoegdheid?

Nee, dat kan niet. Wel zijn er mogelijkheden om relatief snel je lesbevoegdheid te halen. Bijvoorbeeld via een zij-instroomtraject of door een (verkorte) lerarenopleiding te volgen, eventueel in deeltijd. Ook kun je ervoor kiezen om je Ad-PEP te halen. Je wordt dan pedagogisch educatief professional. In die functie geef je niet zelf les, maar ondersteun je de leerkracht in de klas. Meer weten? Kijk op de website van de HAN.

Wat is het verschil tussen een eerste- en tweedegraads bevoegdheid?

Als je wilt lesgeven in het voortgezet onderwijs, heb je een eerste- of tweedegraads lesbevoegdheid nodig. Met een tweedegraads bevoegdheid mag je lesgeven aan het praktijkonderwijs, het vmbo en de onderbouw van de havo en het vwo. Ook mag je lesgeven aan het speciaal onderwijs, de volwasseneducatie en het mbo. Dit alles geldt alleen voor het vak waarvoor je een lesbevoegdheid hebt gehaald. Met een eerstegraads bevoegdheid mag je daarnaast ook lesgeven aan de bovenbouw van de havo en het vwo. Je hebt dus meer mogelijkheden dan bij een tweedegraads bevoegdheid.

Kan ik met een onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs ook lesgeven in het voortgezet

Nee, met een Pabo-diploma ben je alleen bevoegd voor het basisonderwijs en niet voor het reguliere voortgezet onderwijs. Wel mag je met een Pabo-diploma lesgeven in het speciaal voortgezet onderwijs en het praktijkonderwijs. Daarnaast heeft een onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs voordelen als je in het voortgezet onderwijs wilt gaan werken:

  • Je mag vaak meteen gaan lesgeven in het vo, terwijl je ondertussen je bevoegdheid haalt.
  • Je kunt een verkort opleidingstraject volgen (ook wel opscholingstraject genoemd), waarna je mag lesgeven in de onderbouw van het vmbo, basis en kader. Voor dit verkort opleidingstraject kun je een subsidie krijgen. Kijk voor een actueel overzicht van de hogescholen die het traject aanbieden op de website van de Rijksoverheid.
  • Als je een reguliere lerarenopleiding gaat volgen, kun je vrijstellingen krijgen voor didactische vakken.
Met welke bevoegdheid mag ik lesgeven in het speciaal onderwijs?

Met je Pabo-diploma mag je lesgeven in het speciaal basisonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Heb je een tweede- of eerstegraads lesbevoegdheid, dan mag je alleen lesgeven in het voortgezet speciaal onderwijs. Soms willen scholen voor speciaal onderwijs dat je daarnaast een speciale opleiding voor het speciaal onderwijs gaat volgen. Dit is de opleiding Special Educational Needs (SEN).

Wat is het verschil tussen een opleiding in voltijd en in deeltijd?

Volg je een opleiding in voltijd, dan ben je een volledige werkweek met de studie bezig. Er wordt van je verwacht dat je gemiddeld 40 uur per week besteedt aan je studie. Ook heb je, als je een voltijdopleiding volgt, recht op studiefinanciering. Volg je een opleiding in deeltijd, dan ga je vaak in de avonduren naar de hogeschool of universiteit. De meeste studenten in het deeltijdonderwijs combineren hun studie met een baan. De studie kan aansluiten bij die baan, maar dat hoeft niet. Bij een deeltijdopleiding heb je meestal geen recht op studiefinanciering. Wel zijn voor lerarenopleidingen andere studiebeurzen beschikbaar, zoals de tegemoetkoming leraren.

Wil je weten welke mogelijkheden er allemaal zijn? Op de han.nl/leraarworden staan ze allemaal op een rijtje.

Wat is een educatieve minor?

In een educatieve minor maak kennis met het beroep van leraar. Je kunt de minor volgen naast een hbo- of wo-opleiding. De meeste educatieve minors zijn gericht op het voortgezet onderwijs, maar er is ook een educatieve minor die is bedoeld als oriëntatie op het basisonderwijs. Bekijk alle minoren van de HAN op Kiesopmaat.nl

Waar kan ik terecht met specifieke vragen over een lerarenopleiding?

Daarvoor kun je het beste contact opnemen met de hogeschool waaraan je de opleiding wilt volgen. Of kijk op han.nl/leraarworden. Daar staan alle lerarenopleidingen aan de HAN voor je op een rijtje.

Zij-instromen, herintreden of overstappen
Wat is een zij-instroomtraject?

Een zij-instroom traject is een traject om je onderwijsbevoegdheid te halen vanuit een ander beroep of andere opleiding. Je kunt een zij-instroom traject volgen voor het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs. Je staat in principe direct (betaald) voor de klas, terwijl je het traject volgt.

Hoe ziet het zij-instroomtraject eruit?

Als je een aanstelling hebt gekregen op een school, doe je eerst een geschiktheidsonderzoek. Als de uitkomst positief is, kun je jezelf inschrijven voor de opleiding als zij-instromer. De opleiding combineer je vervolgens met je baan voor de klas. Je moet het zij-instroomtraject binnen 2 jaar afronden. Bij de afronding van het traject leg je een bekwaamheidsonderzoek af. Als je dit onderzoek succesvol afrondt, krijg je een getuigschrift van bekwaamheid en ben je volledig bevoegd leraar.

Voor wie is een zij-instroomtraject?

Een zij-instroomtraject is bedoeld voor mensen die een hbo- of wo-diploma hebben dat niet onderwijsgerelateerd is. Als je in het voortgezet onderwijs wilt werken, moet deze opleiding aansluiten bij het schoolvak waar je een bevoegdheid voor wilt halen.

Welke stappen moet ik zetten om aan het zij-instroomtraject te kunnen beginnen?
  1. Zoek een school waar je tijdens je opleiding gaat werken.
    Je hebt eerst een contract op een school nodig, zodat je alles wat je in de opleiding leert meteen in de praktijk kunt brengen.
  2. Neem contact op met de opleiding van je keuze.
    Vertel de opleiding dat een zij-instroomtraject wilt volgen. De opleiding begeleidt je verder. In Arnhem kun je hiervoor terecht bij de HAN.
  3. Doe een geschiktheidsonderzoek.
    Dit onderzoek is verplicht en is zowel voor jezelf, de school waar je gaat werken en de opleiding goed om te doen. In het geschiktheidsonderzoek wordt onderzocht welke ervaring je hebt, hoe gemotiveerd je bent en of je de opleiding in twee jaar zult kunnen afronden.
  4. Bepaal de inhoud van je opleiding
    Samen met de opleiding van je keuze bepaal je wat je precies leert en welke begeleiding je krijgt.
Ik ben er een tijdje uit geweest en wil weer graag lesgeven. Hoe pak ik dat aan?

Heb je je onderwijsbevoegdheid? Dan kun je direct solliciteren op vacatures in het onderwijs.

Hoe kan ik met een onderwijsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs overstappen naar het basisonderwijs?

Met een onderwijsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs kun je lessen geven in het vak waarvoor je je bevoegdheid hebt gehaald. Met een bevoegdheid aardrijkskunde kun je bijvoorbeeld wereldoriëntatie geven, en met een bevoegdheid wiskunde kun je rekenen geven. Wil je volledig bevoegd leerkracht worden in het basisonderwijs? Dan moet je een Pabo-diploma halen. Dat kan via een zij-instroomtraject of een verkorte Pabo-opleiding.

Staat jouw vraag er niet tussen?
Neem contact met ons op.

Contact